Taalbuddy’s worden in de schoonmaakbranche steeds belangrijker. SIEV ondersteunt dit initiatief dan ook van harte. De RAS, (Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche) besteedt hier aandacht aan middels een aansprekend interview dat als volgt luidt.
Het verhaal van Carla en Miro
In april begon Carla Wittebol, financieel medewerkster bij Rietman Schoonmaakdiensten, als taalbuddy voor haar collega Miro. Miro komt uit Slowakije en werkt als trappenhuisreiniger en schoonmaakmedewerker. Na een tijdje zoeken vond hij zijn plek in de schoonmaak, maar de Nederlandse taal bleef lastig.
Samen oefenen in de kantine
Iedere woensdagmiddag oefenen Carla en Miro een uur Nederlands in de kantine van het bedrijf. Ze gebruiken het lesmateriaal van het project Taalbuddy’s op het werk, maar oefenen ook veel met vaktaal en uitspraak. Denk aan schoonmaaktermen, korte gesprekken en situaties die je in het werk vaak tegenkomt.
Nick Rietman, eigenaar van Rietman Schoonmaakdiensten, vindt dat belangrijk:“Alleen al voor de veiligheidsinstructies op schoonmaakmiddelen is de Nederlandse taal nodig. En het helpt als voorbereiding voor een schoonmaakopleiding.”
Carla vult aan: “Het gaat ook om jezelf goed kunnen verwoorden. Dat maakt medewerkers zelfstandiger en geeft ze meer zelfvertrouwen.”
Het mooie van een taalbuddy is dat je meteen kunt beginnen. Carla: “Voor een klein schoonmaakbedrijf is het ideaal: je hoeft geen opleider te zoeken of een groep te plannen. Je spreekt gewoon met elkaar af en kunt flexibel oefenen, precies op een manier die past bij het werk.”
Meer zelfvertrouwen
Voor Miro maakt de taalbuddy een groot verschil: “In de trappenhuizen waar ik schoonmaak, spreek ik vaak bewoners. Zij vinden het leuk om even een praatje te maken. Dankzij de taalbuddy durf ik dat nu beter – en ik leer elke keer weer iets bij.”