Naar schatting 2,5 miljoen volwassen Nederlanders hebben moeite met lezen, schrijven of basis-digitale vaardigheden, waarvan een groot deel, deel uitmaakt van de beroepsbevolking. Binnen de schoonmaakbranche valt dat extra op: rond de 40 procent van de schoonmaakmedewerkers heeft beperkte basisvaardigheden zoals laaggeletterdheid. Dat levert obstakels op voor veiligheid, zelfstandigheid en carrièrekansen. Clean Totaal heeft er een interessant artikel over.
Schoonmaakbedrijven en opdrachtgevers pakken het probleem vooral praktisch en op de werkvloer aan. Grote werkgevers in de branche bieden interne opleidingsprogramma’s, e-learning en trainingen aan, waarin taal centraal staat naast vakvaardigheden. Deze scholing varieert van korte veiligheidsinstructies in eenvoudige taal tot structurele trajecten (één uur per week tijdens werk of gecombineerd met vrije tijd) die Nederlands, digitale vaardigheden en vaktaal combineren.
Werkgevers zetten veel in op leren op de werkplek: lessen in ruimtes die medewerkers dagelijks schoonmaken, rollenspellen, beeldend lesmateriaal en oefenen met documenten of apps die ze in het werk tegenkomen.
Voorbeelden van werkwijzen:
- Werkplekleren en blended aanpak: taallessen geïntegreerd met praktische opdrachten (bijvoorbeeld ‘etiket lezen’, werkbonnen invullen, klantgesprekken oefenen). Dit vergroot de relevantie en motivatie.
- Kort, herhaalbaar en visueel materiaal: werkkaarten, pictogrammen, memoryspellen en eenvoudige instructievideo’s die taalbarrières verkleinen.
- Samenwerkingen met onderwijsinstellingen: ROC’s, hogescholen en studenten verzorgen lessen of digitale vaardigheden-modules; soms draaien tweede- of derdejaars social-workstudenten het taalgedeelte.
Belang van investeren in taal
De argumenten voor taalscholing zijn zowel humanitair als bedrijfseconomisch. Ten eerste vergroot lees- en taalvaardigheid de veiligheid. Werknemers moeten veiligheidsinstructies, etiketten van schoonmaakmiddelen en noodprocedures kunnen begrijpen. Fouten kunnen leiden tot gezondheidsschade.
Ten tweede bevordert taalvaardigheid inzetbaarheid en doorstroom. Medewerkers die beter lezen en schrijven kunnen trainingen volgen, certificaten halen en doorstromen naar coördinatie- of leidinggevende functies.
Ten derde verbetert heldere communicatie de klanttevredenheid en samenwerking in teams. Slechte taalvaardigheid leidt vaker tot misverstanden, stress en uitval. Tot slot is er de maatschappelijke component: taalscholing vermindert sociale uitsluiting en afhankelijkheid van anderen bij officiële correspondentie of financiële zaken. Deze factoren maken dat veel werkgevers taalinvesteringen zien als direct rendement op personeel en veiligheid.
Wie kan helpen?
De aanpak is vaak een samenwerking tussen meerdere partijen:
- Werkgevers en brancheorganisaties: grote schoonmaakbedrijven organiseren zelf trainingen en stellen opleidingsbudgetten beschikbaar; brancheplatforms en coöperaties delen lesmateriaal en best practices. Initiatieven als ‘Ontdek de Schoonmaak’ verwijzen expliciet naar gratis taalcursussen voor anderstaligen via lokale aanbieders.
- Stichting Lezen & Schrijven: kennispartner en aanjager van bewustwording over laaggeletterdheid; deelt sectoranalyses en ondersteunt verbindingen tussen werkgevers en aanbieders. Zij brengt ook cijfers en adviesmateriaal uit over verschillen tussen sectoren.
- Regionale opleidingscentra (ROC’s), mbo’s en hogescholen: leveren docenten, uitvoeren geïntegreerde trajecten en koppelen praktijkopdrachten aan taalonderwijs. Voorbeelden bestaan uit samenwerkingen tussen ROC-studenten en schoonmaakmedewerkers.
- Taalhuizen en gemeenten: lokale taalteams en taalhuizen organiseren taalcursussen (vaak gratis of gesubsidieerd) en verwijzen werknemers naar passende trajecten. Sommige gemeenten faciliteren deelname tijdens werkuren.
- Private opleiders en specialisten in ‘taal op de werkvloer’: organisaties zoals TopTaal of UL-Team ontwikkelen specifieke modules ‘Taal in de Schoonmaak’ en werkgerichte lespakketten.
- Subsidiekanalen en branchefondsen: werkgevers kunnen gebruikmaken van regelingen en structurele opleidingsbudgetten om trajecten te bekostigen; RAS noemt bijvoorbeeld een structureel budget per kalenderjaar voor taal- en schrijftrajecten.
De cijfers
Het exacte aantal laaggeletterdheid in de schoonmaakbranche varieert per bron en meetmethode, maar alle rapporten noemen opvallend hoge percentages. Sectoranalyses en berichten in de branchemedia noemen vaak dat rond 40 procent van de medewerkers in de schoonmaakbranche beperkte basisvaardigheden heeft, een percentage dat hoger ligt dan het gemiddelde in de totale beroepsbevolking.
Landelijk geldt dat 2,5 miljoen volwassenen laaggeletterd zijn en dat ongeveer 1,8 miljoen daarvan tot de beroepsbevolking behoren; verschillen per sector zijn groot en schoonmaak wordt regelmatig genoemd als sector met relatief veel laaggeletterdheid.
Wat kan de werkgever doen?
Rinus Jansen is taaltrainer en komt bij veel bedrijven over de vloer om er incorporate begeleding op poten te zetten. Hij heeft de volgende tips:
- Geef taallessen die direct gelinkt zijn aan werkopdrachten.
- Gebruik visueel materiaal en eenvoudige instructies en gebruik pictogrammen en demonstraties.
- Maak structureel tijd en ruimte vrij en wel minimaal één uur per week tijdens werktijd
- Werk samen met lokale taalhuizen en ROC’s.
Bron: Clean Totaal
 
								 
											 
															 
															 
															 
															 
															 
															 
															 
															 
															 
															 
															 
															 
															 
															